Wat is EMDR?
EMDR staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Letterlijk vertaald betekent het: door oogbeweging minder gevoelig worden en opnieuw verwerken.
Als je iets heel naars meemaakt en de herinnering hieraan heeft een blijvend negatief effect op je leven, dan wordt dat traumatisch genoemd. Typerend voor een traumatische herinnering zijn de hevige emoties, de levendige beelden en de fysieke reacties daarop. Iedere keer als je iets meemaakt wat lijkt op de situatie van de traumatische gebeurtenis worden de herinneringen weer geactiveerd. Zo kan later een geluid dat je hoort, een geur die je ruikt of een beeld dat je ziet, de beelden en de gevoelens aan die gebeurtenis weer levendig terugbrengen. Inclusief alle lichamelijke reacties van toen.
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat EMDR succesvol is bij volwassenen en kinderen. Klachten verminderen of verdwijnen en uit onderzoek blijkt dat dit resultaat blijvend is.
Wanneer zet je EMDR in?
het kan zijn dat je één of meer schokkende gebeurtenis hebt meegemaakt, zoals een echtscheiding, een ongeluk, geweld, pesten of nog iets anders. De ene persoon lukt het om deze ervaringen zelf te verwerken, een andere heeft daar wat hulp bij nodig. Dat is ook niet raar, gebeurtenissen kunnen zo heftig zijn dat onze hersenen ze opslaan op een manier die je verhindert om het te verwerken. Alles wat er op 1 of andere manier aan herinnert roept dan weer die akelige gevoelens of gedachten op.
Als jij na deze gebeurtenis last blijft houden van 1 of meer van onderstaande klachten, dan kan EMDR je helpen.
- Vermijdingsgedrag: je gaat bepaalde plekken of situaties uit de weg
- Somberheid of depressieve gedachten
- Negatief zelfbeeld: slecht denken over jezelf
- Prikkelbaarheid: snel boos of chagrijnig zijn, opvliegend
- Woede-uitbarstingen
- Concentratiestoornissen: nergens de aandacht bij kunnen houden
- Overmatige waakzaamheid: altijd en overal oplettend zijn
- Buitensporige schrikreacties
- Moeite met in- of doorslapen
- Nachtmerries of flashbacks: alsof je het weer opnieuw beleeft
- Beperkt uiten van gevoelens: niets vertellen over hoe jij je echt voelt
- Intense reacties van angst
- Hulpeloosheid: alsof je niets meer zelf of alleen kunt
- walging: ergens afkeer van hebben
- Instabiliteit in de emotionele beleving: onverklaarbare wisselende stemmingen
- Hoofd- of buikpijn (vooral bij kinderen)
Uitgangspunt is telkens dat deze klachten zijn ontstaan als gevolg van één of meer beschadigende ervaringen. De belangrijkste insteek bij EMDR is jou te helpen de herinneringen aan deze gebeurtenis te verwerken, met de bedoeling daarmee de klachten te verminderen of te laten verdwijnen.
Past EMDR bij jouw klachten?
Als je bij mij komt met klachten, zal ik eerst uitgebreid aandacht besteden aan de oorzaak en achtergrond van de klachten. Samen met jou onderzoek ik zo of EMDR voor jou een geschikte behandelmethode is.
Hoe werkt EMDR?
Hoe gaat dat, zo’n behandeling? Eerst zal ik je vragen om te vertellen wat er gebeurd is, alsof het een film is. Ook vraag ik naar de gevoelens en gedachten die je toen had. Zo verzamel ik alle informatie over wat jij hebt meegemaakt. Daarna vraag ik je om het verhaal stil te zetten (net zoals je doet bij een online filmpje) op het plaatje dat je nu nog het akeligst vindt. Soms vraag ik je om dat plaatje te tekenen. Sommige kinderen vinden het fijner om te tekenen over dat plaatje in plaats van te vertellen.
En dan gaan we samen aan de slag om te zorgen dat je het niet meer naar vindt om aan dat moment te denken. Dat gaat zo: jij concentreert je op het ‘plaatje in je hoofd’ (of de tekening) en op wat je daar nu bij denkt en voelt. Tegelijkertijd doe je iets héél anders:
- Met je ogen mijn vingers volgen, die voor je gezicht heen en weer bewegen of
- Luisteren naar geluidjes (tikjes) via een koptelefoon of
- Ik klop met zachte klopjes op jouw handen of knieën.
Doordat je hersenen nu op hetzelfde moment met verschillende taken actief aan het werk worden gezet, stimuleren we het informatieverwerkingssysteem in je hersenen.
Tussendoor vraag ik je regelmatig: “Wat merk je?” of “Wat komt er in je op?”. Soms zie je beelden voor je van de gebeurtenis. Of je moet ineens ergens aan denken. Ook kun je je verdrietig, bang of boos voelen. Of je merkt dat er van alles in je lichaam gebeurt: je krijgt pijn in je buik of je voelt het warm worden bij je keel bijvoorbeeld. Dat vertel je dan. En wanneer je niets meer merkt, zeg je gewoon: “Niks”.
Het wordt makkelijker om aan de oorspronkelijke gebeurtenis terug te denken. Vaak veranderen de plaatjes en worden ze waziger of kleiner. Het kan zijn dat je plotseling andere dingen van die zelfde gebeurtenis herinnert die minder onprettig zijn. Ook kan het zijn dat je nieuwe gedachten of inzichten krijgt die een andere, minder bedreigende betekenis aan de gebeurtenis geven.
De behandeling gaat door totdat je naar het ‘plaatje in je hoofd’ of de tekening kunt kijken zonder het vervelend te vinden. We blijven doorgaan met de oogbewegingen en/of de geluiden of tikjes tot je herinnering niet meer zo akelig is om naar te kijken, ze verliest de kracht en de emotionele lading.